Bosplantsoen realiseren

Wie können wir Ihnen helfen?

Een bosplantsoen realiseer je door veel exemplaren van jonge bomen dicht op elkaar te planten en hiermee te bevorderen dat deze gelijk en in een relatief hoog tempo zullen groeien. Wanneer de bomen elkaar beginnen te beconcurreren, wordt er gedund. Daardoor kunnen de resterende bomen een kroon en zijtakken ontwikkelen en op open plekken krijgt de spontane vestiging van ‘wilde’ bomen en struiken een kans. Ruimtelijke variatie in de vorm van een zoomvegetatie4 is daarin gewenst.

Van toepassing op de gebieden:

  • Maasvlakte inclusief Slufter
  • Europoort en Landtong Rozenburg
  • Waal- Eemhaven, M4H, Dordrecht

Van toepassing op:

  • Buitenruimte
Bosplantsoen
Foto: Bureau Stadsnatuur Rotterdam.

Uitwerking van de maatregel

We bevelen aan om snelgroeiende soorten zoals Populier en Schietwilg aan te planten. Deze bomen groeien op verschillende bodemsoorten en leiden door hun hoge groeisnelheid snel tot een goede basis voor een bosje, zoals bij een bosplantsoen. Op groeiplaatsen met vochtigere omstandigheden kun je ook Zwarte els als boomsoort gebruiken. Op droge plaatsen kun je naaldhout toevoegen, zoals Grove den. Het is van belang dat boomsoorten worden geplant die in Nederland van nature voorkomen. Plantensoorten die niet van nature in het gebied voorkomen, zijn niet of minder geschikt voor de bevordering van biodiversiteit.

De aanplant van besdragende struiken zoals Meidoorn en Sleedoorn als zoombeplanting, kan leiden tot de gewenste structuurvariatie in de beplanting. Dit wil zeggen dat er een variatie aanwezig is van beplanting met verschillende afmetingen en leeftijden. Door besdragende struiken te combineren met boomsoorten die meer de hoogte in groeien, zullen er verticale gradiënten aan vegetatie ontstaan.

Vogel zit op het nest in een boom
Foto: Gerry Bakker.

Beheer en onderhoud

De eerste vijf á tien jaar, afhankelijk van boomsoort en groeisnelheid, hoeft er geen beheer plaats te vinden. Al naar gelang de manier waarop bomen zich ontwikkelen, kan daarna gedund worden door bijvoorbeeld in banen, cirkels of willekeurig bomen te kappen. Variatie in beplanting kun je bespoedigen door nieuwe, langzamer groeiende boomsoorten te introduceren op de open plekken. Dood hout hoef je niet te verwijderen, want dit draagt bij aan de natuurlijke variatie en daarmee soortenrijkdom van een bosschage.

Nut voor biodiversiteit

Bosjes zijn een belangrijk leefgebied voor allerlei plantensoorten, paddenstoelen, slakken, insecten, vogels, zoogdieren en amfibieën. Vogels kunnen er nestelen, trekvogels rusten er uit, zoogdieren maken er holen of hebben hier een schuil- en slaapplek en amfibieën vinden er een overwinteringsplaats. Bosjes geven een grote landschappelijke en ecologische meerwaarde in het havengebied doordat zij de functionaliteit hebben als rustplaats, in een doorgaans verstoringsgevoelige open omgeving, voor relatief schaarse roofvogelsoorten zoals Buizerd, Havik en Boomvalk. Doorgaans bieden bosplantsoenen schuilmogelijkheden tegen predatoren voor verschillende soorten, bescherming tegen “extreme” weersomstandigheden en als voedselbron. Het zijn ecologische corridors1 om (sub-)populaties van soorten te kunnen verbinden en het bevordert daardoor de genetische uitwisseling tussenpopulaties.

Tapuit in het gras
Foto: Bureau Stadsnatuur Rotterdam.

Ecosysteemdiensten2

Houtproductie is een ecosysteemdienst die verkregen kan worden uit een bosplantsoen. Wilgenhout dat wordt geoogst bij uitdunning3, kun je gebruiken bij de aanleg van beschoeiingen. Bomen leggen ook CO2 vast, brengen verkoeling en kunnen water langer vasthouden in het gebied. Een groene omgeving is daarnaast bevorderlijk voor het welzijn van mensen, zoals de werknemers in de haven. Een bedrijventerrein oogt tevens aantrekkelijker met de aanwezig van groenvoorzieningen. Het kijken naar groen in de dagelijkse werkomgeving of tijdens het woon-werkverkeer vermindert stress en verhoogt het concentratievermogen.

1. Corridors

Een ecologische corridor kun je beschouwen als een connectieve strook tussen twee of meerdere groene gebieden. Het verschilt per diersoort hoe een corridor functioneel ingedeeld kan zijn. Een voorbeeld zijn natuurbruggen. Deze kunnen voor diersoorten die weinig tot geen bosschage vereisen een prima corridor zijn. Echter voor diersoorten die de voorkeur geven aan veel bebossing of bosschages, zou zo’n ingedeelde natuurbrug juist geen functie bieden om zich te kunnen verplaatsen tussen de natuurgebieden.

2. Ecosysteemdiensten

De bijdrage die ecosystemen leveren. Het zijn voordelen voor de mens die bijdragen aan de economie of andere activiteiten. Voorbeelden hiervan zijn: de productie van zuurstof, het leveren van drinkwater maar ook het leveren van hout om weer producten van te maken.

3. Uitdunning

Uitdunnen is het verwijderen van individuele planten of bomen in het gebied om meer ruimte te creëren voor andere vegetatie om op deze plekken te kunnen groeien. Het uitdunnen kan zowel het volledig verwijderen van een plant zijn, als het terugsnoeien om de biodiversiteit te bevorderen.

4. Zoomvegetatie

Een door kruidachtige planten gedomineerde, lintvormige begroeiing op een locatie die aan één zijde aanzienlijk meer wordt blootgesteld aan zonlicht. Zomen groeien vooral op plekken waar relatief hoger opgaande houtige begroeiingen grenzen aan open terreinen.