Energietransitie

Havenbelangen beter borgen in Europese kader voor energie- infrastructuur

03 december 2020
Hoe kunnen wij je helpen?

ESPO, de Europese belangenvereniging voor zeehavens, heeft een paper gepubliceerd met aanbevelingen voor de aanstaande herziening van het raamwerk voor Trans European Networks for Energy (TEN-E).

Het Havenbedrijf Rotterdam ondersteunt de oproep om de belangrijke rol van havens in de nieuwe energiesystemen van Europa, met name waterstof, beter te erkennen en benadrukt dat de Europese Commissie de noodzakelijke faciliteiten en infrastructuur in havens moet ondersteunen die nodig zijn voor de import, productie, levering en transport van groene waterstof naar de rest van Europa.

Campagnebeeld energietransitie

In het nieuwe TEN-E kader moet een sectie over waterstof worden opgenomen om de aanleg van nieuwe grensoverschrijdende waterstofpijpleidingen in heel Europa mogelijk te maken. Ook moet de Europese Commissie rekening houden met het belang van de import van groene waterstof om aan de toenemende vraag naar groene waterstof in Europa te voldoen. De invoer van waterstof heeft ook een sterke geopolitieke dimensie die beter erkend zou moeten worden door de Europese instellingen.

Europese zeehavens zijn belangrijk in de aanvoerlijnen van fossiele energie naar het Europese achterland. Om deze belangrijke rol ook in de toekomst te kunnen vervullen, investeren havens in waterstof als toekomstige schone energiebron en -drager. Havens zijn momenteel niet opgenomen in de bestaande gas- en elektriciteitscorridors. Om te voorkomen dat deze belangrijke knooppunten van Europese energievoorzieningslijnen Europese financiering mislopen - en om waterstofprojecten zo efficiënt mogelijk te integreren – vraagt ESPO om een ​​expliciete link tussen de nieuwe waterstofcorridors en het bestaande TEN-T-netwerk. Havens kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van energie-infrastructuur voor alternatieve brandstoffen langs TEN-T-corridors om waterstof te leveren aan binnenvaartclusters, bunkerinfrastructuur voor de binnenvaart en tankstations voor weg en spoor.

Tenslotte zijn Europese havens van mening dat de TEN-E-evaluatie de bestaande administratieve en financieringsprocessen moet verbeteren. Met name uitvoeringsprojecten - niet alleen studies - zouden in aanmerking moeten komen voor de gerelateerde financieringsinstrumenten, dit geldt ook voor CCS projecten. De herziening moet ook rekening houden met projecten die meerdere energie-infrastructuren, bijvoorbeeld waterstof- en CO2-pijpleidingen combineren. Het proces waarbij de lijst met projecten van gemeenschappelijk Europees belang (PCI) om de twee jaar vernieuwd wordt is momenteel omslachtig en inefficiënt. Om de administratieve lasten te verminderen en zekerheid te bieden over financieringsmogelijkheden, ondersteunt ESPO de opstelling van de PCI-lijst om de twee jaar, maar benadrukt dat projecten met PCI-status ten minste vier jaar op de lijst moeten blijven staan.