Werk in de haven

Het onbetaalbare uitzicht van de binnenvaartschipper

1 september 2020
Hoe kunnen wij je helpen?

Geen idee waar hij volgende week is: binnenvaartschipper Huub Kieboom weet niet beter en houdt van zijn schippersbestaan. ‘Ooit lonkte de wal, maar inmiddels niet meer. Mijn uitzicht is onbetaalbaar.’

Binnenvaartschipper Huub Kieboom en zijn vrouw Marjan

Wanneer we Huub spreken, vaart hij over het Volkerak. De binnenvaartschipper is onderweg vanuit Antwerpen. Hij vaart kort langs zijn woonhuis in Werkendam aan de Merwede. Dan gaat het stroomopwaarts. Door Duitsland over de Moezel naar Thionville in de Elzas. ‘In Frankrijk los ik de lading en hoe de reis dan verder gaat... tja, geen idee nog.’ Met die onzekerheid kan Huub prima leven. ‘Ik weet niet beter.’ Wat wél zeker is: zijn vrouw Marjan komt aan boord, samen met de jongste telg Yannick die eindelijk zomervakantie heeft. ‘Samen aan boord. De zomer vind ik een prachtige tijd.’

Alleskunner

Ondertussen glijdt het motorschip Werchina door het vlakke land. Het Hollands Diep komt dichtbij. Het ruim ligt vol kolen, niet de meest favoriete lading van Huub. De bemanning zal in Thionville veel tijd kwijt zijn aan de schoonmaak van de zwarte wanden. ‘Rotwerk. Zelf heb ik liever staal of aluminium.’ Dat kan best eens de volgende vracht zijn die binnenkomt via het bevrachtingskantoor. Met de afwisseling in vracht zit het wel snor.

Huub op zijn Motorschip Werchina

Motorschip Werchina is een alleskunner die net zo makkelijk boomstammen als staalbalken vervoert. En vorig jaar bracht Huub zelfs treinstellen van Zwitserland naar Antwerpen. ‘Containers vind ik ook leuk. Dan gaat de stuurhut omhoog. Net even een ander uitzicht hè?’ Het buitenleven en dat uitzicht (‘onbetaalbaar’) maken dat Huub geen leven aan de wal ambieert. Dat was jaren geleden anders. Bedrijfsmatig draait het voor Huub om het terugverdienen van de investering in het schip. Zijn inkomsten schommelen met het economische tij. ‘In vette tijden moet je sparen voor magere.’ Huub kreeg dat allemaal mee in zijn DNA. Zijn grootvader was schipper, net als zijn vader Jan Willem. Huub noemde zijn eerste schip én zijn oudste zoon naar hem. Zijn kinderen tonen vooralsnog geen belangstelling om het roer over te nemen. ‘Dat snap ik best’, erkent Huub.

Kozakken Boys

Huub kent ook de keerzijde van het varende bestaan. ‘Ik heb veel vrijheid, maar minder vrije tijd.’ In zijn jonge jaren was Huub een talentvolle verdediger bij Kozakken Boys. Het voetballen raakte in de knel. ‘Al moet je dat bijzondere bestaan ook niet overdrijven’, nuanceert Huub. Eenmaal aangemeerd, rijdt hij net als half werkend Nederland met de auto naar huis. Het gezin woont in een ‘gewoon’ huis, zijn kinderen groeiden op in het dorp. ‘De eindmusicals van de kinderen heb ik gewoon gezien. En met vakantie huren we een huisje, in Nederland of in Spanje.’ ‘Voor mijn bemanningsleden lijkt dit best op een gewone baan’, vervolgt Huub. ‘Met voordelen: je bent één of twee weken aan het werk en daarna dezelfde tijd vrij. Plus al het moois waarvan ik ook intens kan genieten: het buitenleven, de techniek, de vergezichten.’ Voor Huub is zijn varende bestaan meer dan werk. ‘Het is een levenswijze. Ik wil nooit meer iets anders.’

Huub komt regelmatig in Rotterdam, meestal in de Maashaven. ‘Een prettige haven. Door de schaal­grootte is alles daar perfect geregeld. Ik kan mijn auto makkelijk van het dek krijgen om naar ons huis in Werkendam te rijden.’ Huub, een schipper van het optimistische soort, vindt dat elke haven wel wat heeft. ‘Zo vind ik Delfzijl leuk omdat mijn schoonouders daar in de buurt zijn gaan wonen. Dan ga ik lekker bij ze langs.’