Energietransitie

Havenbedrijf Rotterdam onderzoekt gevolgen en kansen grondstoffentransitie

5 februari 2024
Hoe kunnen wij je helpen?

Leestijd: 3 minuten

Het Havenbedrijf Rotterdam onderzoekt op dit moment wat de gevolgen en de kansen zijn van de grondstoffentransitie voor het Rotterdamse haven- en industriecomplex.

Nederland en Europa hebben de ambitie om in 2050 niet alleen CO2-neutraal te zijn, maar ook een volledig circulaire economie te hebben. In Rotterdam worden veel primaire grondstoffen aangevoerd en verwerkt door de industrie of doorgevoerd naar elders. Op 8 februari organiseren het Havenbedrijf en het Institute for Sustainable Process Technology gezamenlijk een conferentie over de grondstoffentransitie.

Luchtfoto Botlek grondstoffen op terminal
MartensMultimedia

Circulair en hernieuwbaar

Volgens de Sociaal Economische Raad betekent een circulaire economie dat “we radicaal efficiënter omgaan met grondstoffen, materialen en producten om het gebruik van natuurlijke hulpbronnen en de milieudruk die ontstaat tijdens productie, gebruik en in de afvalfase te beperken.” De grondstoffentransitie is belangrijk voor de verduurzaming, maar vermindert ook de afhankelijkheid van instabiele of onbetrouwbare landen. In een circulaire economie worden producten aan het eind van hun levensduur gerecycled. Daarnaast zijn er hernieuwbare grondstoffen zoals biomassa en groene waterstof. Gevolg is dat er (bijna) geen nieuwe grondstoffen uit de aarde meer nodig zijn. 

20% duurzame brandstoffen in 2030

Nico van Dooren, director New Business van het Havenbedrijf Rotterdam: “De grondstoffentransitie is geen nieuw onderwerp voor de Rotterdamse haven. De zogenoemde koolstoftransitie is al uit de startblokken.” Koolwaterstoffen zijn het hoofdbestanddeel van alles wat nu uit aardolie gemaakt wordt: van benzine tot kunstvezels. Maar koolwaterstoffen kun je ook uit biomassa halen. Er zijn in Rotterdam al verschillende fabrieken die biobrandstoffen maken en op dit moment worden er nog twee grote bijgebouwd. Het Havenbedrijf heeft enkele jaren geleden als doel gesteld dat in Rotterdam in 2030 een hoeveelheid bio- of anderszins hernieuwbare brandstoffen geproduceerd wordt gelijk aan 20% van het volume fossiele brandstoffen dat in 2019 werd geproduceerd. Met de huidige productiecapaciteit, fabrieken die nu gebouwd of waar concrete plannen voor zijn, is dat doel (6,3 miljoen ton) binnen bereik. Ook voor de productie van nafta, een grondstof voor de chemie die traditioneel uit aardolie gemaakt wordt, is de doelstelling in 2030 20% van het volume van 2019 circulair te produceren (1,9 miljoen ton).

Andere productieketens

Olie en olieproducten zijn voor de Rotterdamse haven de grootste grondstoffenstroom. Hiervoor heeft het Havenbedrijf bovenstaande concrete ambitie voor 2030. Het Havenbedrijf kijkt op dit moment veel breder naar het circulair maken van productieketens. Ook voor metalen, mineralen, food & agri, hout, elektronica en chemische producten zien de productieketens er in een circulaire economie heel anders uit dan nu. Welke kansen en gevolgen hier liggen voor de Rotterdamse haven moet in de loop van dit jaar meer duidelijk worden. Nico van Dooren: “De inspanningen in de Rotterdamse haven, Europa’s grootste energie- en grondstoffenhub, kunnen een wezenlijke bedrage leveren aan de ambitie van de Europese Unie, de Rijksoverheid en de gemeente Rotterdam op het gebied van circulariteit.”

Overheidsbeleid onvoldoende voor halen doelstelling

Voor biobrandstoffen zijn zogenoemde bijmengverplichtingen: in de benzine en diesel die aan de pomp verkocht wordt, zit een klein deel biobrandstof. Binnenkort komt er ook zo’n verplichting voor de bijmenging van duurzame kerosine voor de luchtvaart. Deze verplichtingen liggen aan de basis van de bestaande productie en de investeringen in nieuwe fabrieken. Voor plastics of andere stoffen zijn dit soort beleidsinstrumenten (verplichtingen, subsidies, belastingen) er nog niet of te beperkt. Fabrieken die op industriële schaal bijvoorbeeld laagwaardig plastic recyclen kosten al snel honderden miljoenen euro. “Bedrijven zullen daar niet zo gauw in investeren als het erg onzeker is of de investering wordt terugverdiend. Net als in de energietransitie moet de overheid een meer sturende rol nemen als ze het doel van een circulaire economie in 2050 overeind wil houden. Voor alle soorten grondstoffen moet een samenhangend beleidsinstrumentarium komen”, aldus Nico van Dooren.

Meer weten over dit onderwerp? Lees het verslag van het congres Material Change van ISPT en Havenbedrijf Rotterdam (in het Engels).