Mens & haven

De geschiedenis van de Rotterdamse haven in vogelvlucht

1 december 2019
Dit artikel is verschenen in de Havenkrant
Hoe kunnen wij je helpen?

Een langzame trek richting de kust – zo laat de geschiedenis van de Rotterdamse haven zich in één beeld vangen. Met de voltooiing van Maasvlakte 2 heeft de haven zijn uiterste (west)grens bereikt.

Wat is de next frontier? Een lesje havengeschiedenis met doorkijk naar de toekomst.

Havenbaron Lodewijk Pincoffs

Havenbaron Lodewijk Pincoffs (1827 - 1911)

Pincoffs speelde een beslissende rol bij de totstandkoming havenuitbreidingen op 'Zuid'. Later viel hij in ongenade vanwege fraude - hij vluchtte New York om nooit meer te keren.

‘Denk je eens in: al die duizenden Rotterdammers die met hun noeste arbeid de haven groot hebben gemaakt. Dan vult je hart zich toch met trots. Ook ik heb – als ‘havenbaron’ – mijn steentje bijgedragen. En ik neem je als lezer van de Havenkrant graag mee door al die eeuwen van havengeschiedenis.
Kom je?’

Van dammetje in de Rotte tot stukgoedhaven

De geboortegrond van Rotterdam en zijn havens? Als je één plek moet aanwijzen, is dat de Hoogstraat waar het nu zo fijn winkelen is. Ruim zevenhonderd jaar geleden wordt hier een dammetje aangelegd in de monding van de Rotte om zo het instromende, zoute zeewater tegen te houden. Voortaan moeten goederen van rivierboten worden overgeladen op kustscheepjes – de Rotterdamse haven is een feit. Tot diep in de negentiende eeuw verandert er weinig: laden en lossen gebeurt met de hand, op ‘ellebogenstoom’. De havens liggen in het hart van de stad, met achter de smalle kades de pakhuizen waar het stukgoed wordt opgeslagen. Stad en haven zijn één, zou je kunnen zeggen.

Ik zie het nog voor me, de pakhuizen die uitpuilen van het stukgoed, verpakt in kisten, kratten, vaten of balen. Goeie handel was dat, voordat het ‘stortgoed’, zoals kolen en erts, in zwang kwam.
Lodewijk Pincoffs, Havenbaron

Sprong over de rivier

In 1872 is de Nieuwe Waterweg klaar en Rotterdam zal nooit meer hetzelfde zijn. De haven beschikt nu over een open verbinding met zee. Tegelijkertijd is de industrialisatie in volle gang: in het Ruhrgebied, via de Rijn verbonden met Rotterdam, zitten ze te springen om kolen, erts, graan en – later – olie. Zo groeit Rotterdam uit tot de belangrijkste havenstad voor het Duitse Rijk. Er is één complicatie: de oude stadshavens met hun smalle kades zijn niet berekend op de steeds grotere schepen volgepakt met overslaggoederen. Onder de bezielende leiding van ‘havenbaron’ Lodewijk Pincoffs (die later naar Amerika vlucht vanwege financiële malversaties) waagt Rotterdam eind negentiende eeuw de sprong over de rivier: de oude dorpen en polders ‘op Zuid’ maken plaats voor havenbekkens en bedrijfsterreinen, zoals de Rijnhaven (1887-1893) en de Maashaven (1898-1905).

Ik weet het nog als de dag van gisteren: 9 maart 1872, het vertrek van de Richard Young, het eerste schip op de Nieuwe Waterweg. Honderdduizenden zouden volgen in zijn kielzog.
Lodewijk Pincoffs, Havenbaron

IJzer, stoom en stroom

Zou je een vijftiende-eeuwse havenarbeider per tijdmachine naar het Rotterdam van 1850 verplaatsen, dan zou hij moeiteloos aan de slag kunnen. Een matroos idem dito. Eeuwenlang is het havenleven min of meer onveranderlijk: schepen zijn van hout en varen op de wind, en laden en lossen gebeurt op basis van spierkracht. Maar vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw ondergaat de haven een radicale transformatie: ijzeren schepen varen op stoom en het laden en lossen van de steeds grotere ladingen wordt in toenemende mate geautomatiseerd. Zo wordt de skyline van de Waalhaven (1907-1930) gedomineerd door verrijdbare, elektrische laadbruggen. En de altijd ‘hongerige’ -eerst door stoom, later door stroom aangedreven- graanelevatoren groeien uit tot een symbool van vooruitgang.

‘Toen in 1893 de Rijnhaven gereed kwam, was de hamvraag: wat voor kranen komen er? Nou, na een demonstratie bij de firma Blohm & Voss in Hamburg waren we om hoor: het werden elektrische kranen, zeven stuks!
Lodewijk Pincoffs, Havenbaron

Botlekplan, of: de trek naar de kust

Door de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) begint het te dagen: Rotterdam is als doorvoerhaven veel te afhankelijk van het Duitse achterland. Om op eigen benen te staan, moet Rotterdam een eigen havenindustrie ontwikkelen. De aanleg van de Eerste (1929-1934) en de Tweede (1938) Petroleumhaven voor olieoverslag bij Pernis vormt de opmaat voor een ontwikkeling die na de Tweede Wereldoorlog met het Botlekplan (1947) in de hoogste versnelling wordt doorgezet. Na de voltooiing van de Derde Petroleumhaven in de Botlek (1954-1957) volgen er nog vier in de Europoort, telkens een stukje verder naar het westen, richting zee gelegen. Een slimme zet, zo blijkt al snel: in de jaren zestig groeit Rotterdam uit tot de grootste haven ter wereld, een positie die de stad tot 2004 vasthoudt.

Wat trots waren we toen in 1962 dat telegram uit New York arriveerde: we hadden de Amerikanen van de troon gestoten, wij waren nu de grootste haven ter wereld!
Lodewijk Pincoffs, Havenbaron

Maasvlakte 1 en 2, the final frontier?

De introductie van de container halverwege de jaren zestig luidt een spectaculaire revolutie in het goederentransport in – en Rotterdam omarmt deze ontwikkeling voortvarend. In 1966 bundelen vijf stuwadoors hun krachten als Europe Combined Terminals (ECT) die zich in de Eemhaven volledig toelegt op de snel groeiende containermarkt. Die containers krijgen ook een prominente plek op de nieuwste havenuitbreidingen, geschikt voor de allergrootste schepen: de Maasvlakte (1973) en Maasvlakte 2 (2013). Zo opent ECT in 1985 zijn Delta Terminal op de Maasvlakte en wordt Maasvlakte 2 gedomineerd door de containerkranen van APM Terminals en RWG. Met de voltooiing van het Maasvlakteproject heeft de Rotterdamse haven – in elk geval voor de komende decennia – zijn definitieve pasvorm bereikt.

Containers – de uitvinding van de eeuw, wat ik je brom! Kijk maar eens rond in je huis – welke spullen zijn niet afkomstig uit zo’n metalen doos?
Lodewijk Pincoffs, Havenbaron

En beyond: van grootste naar slimste en schoonste haven

Zoals de container in de vorige eeuw een transportrevolutie inluidde, vormt de digitalisering de motor achter de huidige transformatie van de havensector. De koppeling van meer en meer informatiebronnen – Big Data – leidt tot een steeds efficiëntere vervoersketen, waarin schepen precies op tijd en met zo min mogelijk brandstofverbruik hun goederen afleveren. Niet de grootste, maar de slimste haven wil Rotterdam zijn. En de schoonste. Want dat is de andere grote uitdaging voor de komende decennia: de omvorming van een petrochemische haven tot eentje die draait op duurzame biogrondstoffen en hernieuwbare energiebronnen, zoals wind en zon. De grootste windturbine ter wereld op Maasvlakte 2 is nog maar een voorproefje van deze haven van de toekomst.

Heb je hem gezien, de grootste windturbine ter wereld op Maasvlakte 2? De Haliade-X, 260 meter hoog. Wauw! Ik moest meteen terugdenken aan de eerste graanelevatoren op stoom en ertskranen op elektriciteit. De toekomst laat zich niet tegenhouden!
Lodewijk Pincoffs, Havenbaron