Wie is de fitste brandweerman?

Een oudgediende, want Wout doet dit jaar voor de derde keer mee aan de WPFG. In 2017 was hij in Los Angeles en in 2019 deed hij in China mee. Net als toen, hoopt hij wederom op een aantal medailles bij het wielrennen. Hij kijkt vooral uit naar de wegwedstrijd van tachtig kilometer, deels over de Slufter. ‘Ik fiets iedere dienst van mijn woonplaats Middelharnis naar de kazerne aan de Coloradoweg, via de Slufter. Vijftig kilometer enkele reis, dus dat is een prima training.’ Naast sporten, is werk een grote passie. ‘Als 6-jarig jongetje wilde ik al bij de brandweer. Waar anderen bij een incident naar buiten rennen, gaan wij er juist op af, ik hou van die mentaliteit.

Ook het kazernewezen trekt me: met zes collega’s ga je heel intensief met elkaar om. Je werkt samen, je slaapt en eet samen, het voelt als familie. En dan ook nog in dit unieke gebied, de haven. De ene keer ben je in het ruim van een schip, de andere keer sta je boven op een gebouw of ben je op een terminal. Ik zou niet anders willen.’

‘Trainingspak en schoenen aan, deur open en lopen maar. Hardlopen kan altijd en is ook lekker in de buitenlucht. Als ik een paar dagen niet ben geweest, dan mis ik het. Ik voel me er fit en energiek door.’ En met de twaalf marathons die hij al op z’n naam heeft (elf keer Rotterdam en één keer New York) zal de halve marathon tijdens de WPFG een eitje zijn. ‘Ik loop sowieso al iedere week drie à vier keer vijftien kilometer en op m’n werk train ik ook. ’Want sporten is onderdeel van de werkdag van de Rotterdamse brandweermannen. ‘We verwachten van elkaar dat we fit zijn, je moet natuurlijk ook altijd op je collega’s aan kunnen tijdens een incident.’ En dat kunnen ze, de mannen van de Gezamenlijke Brandweer in het havengebied. ‘Als team trek je intensief met elkaar op tijdens de dienst. Is het niet tijdens een brand, dan is het wel in de gemeenschappelijke fitnessruimte.’ Het mooiste aan het werk? ‘Iedere dag is anders. Soms gaat de pieper als je net binnenkomt, dan weer aan het einde van de dag. Het doel blijft altijd hetzelfde: zorgen dat je een incident zo efficiënt en veilig mogelijk onder controle krijgt.’

Zie je binnenkort een brandweerman in pak en met ademlucht op z’n rug, de uitkijktoren Paal 83 bij Rozenburg oprennen? Dan zou het zomaar Johan kunnen zijn die traint voor de trappenrace: zo snel mogelijk in pak de trappen van De Rotterdam betreden. Met 44 verdiepingen geen kleinigheidje. Het is niet het minste onderdeel waar Johan aan meedoet en dan strijdt hij ook nog voor de titel Toughest Competitor Alive (TCA). ‘Op één dag acht onderdelen. Van kogelstoten tot hardlopen en touwtrekken en dan als afsluitend spektakelstuk nog een obstacle run.’ Zijn tactiek: de onderdelen trainen waarin hij al goed is, om daarin beter te worden. ‘Kijk, die vijf kilometer zet ik vast wel weg in een minuutje of twintig, fietsen zal ook wel lukken, dus het is vooral een kwestie van de conditie en kracht een beetje op peil te houden.’ En dan is het fijn dat je kunt sporten op de werkplek. ‘Dat traplopen train ik op het stepapparaat in de fitnesszaal en soms gaan we met z’n allen naar een Johan Cruijff veldje om een balletje te trappen. Ook goed voor het groepsgevoel, heel belangrijk voor ons werk.