Binnenvaartschepen met een, twee of soms wel zes duwbakken. Deze zogenoemde koppelverbanden, soms bijna 200 meter lang, worden op de Rijn en Maas steeds populairder. Marco van Oeveren vaart er al jaren op en legt uit waarom.
Marco (39) is een kind van de binnenvaart. Zijn vader voer een Dortmunder, een vrachtschip gebouwd voor de maten van het Duitse Dortmund-Eemskanaal. ‘We vervoerden bouwmaterialen, kunstmest, veevoer en stukgoed in Nederland.’ Van zijn zesde tot zijn zestiende bracht hij noodgedwongen aan de wal door: op het schippersinternaat in Dordrecht. ‘Daarna ben ik, zo snel als het kon, weer gaan varen.’
Nadat Marco op allerlei scheepstypen had gevaren, kwam hij begin deze eeuw op een koppelverband terecht. Om er nooit meer vanaf te gaan. Eerst acht jaar voor een baas, daarna kon hij partner worden bij de Bosman Shipping Group. ‘Zij gingen een nieuw schip bouwen, wilden het oude schip houden en zochten een compagnon en mede-eigenaar. Dat ben ik geworden.’
Na elf jaar varen kon de toen 27 jarige Marco in 2009 zijn eigen binnenvaartschip aanschaffen. Een knap staaltje werk, want een groot containerbinnenvaartschip kost al gauw een paar miljoen euro. Anroma werd het schip omgedoopt. ‘Dat staat voor: Anton – de vorige eigenaar – Roland – een andere compagnon – en Marco, dat ben ik.’ Lachend: ‘Maar je kan er ook van maken: Antwerpen, Rome, Mannheim.’
Drogere zomers
De meeste koppelverbanden varen op een vast traject. Zo vervoert Marco Mercedes trucks van Wörth am Rhein in Duitsland (nabij Karlsruhe) naar de zeehavens. Op de terugweg verzamelt hij lege containers voor de autofabrikant. Op deze manier de grote rivieren bevaren wordt steeds populairder.
Marco somt de voordelen op: 'Wij koppelen onze duwbakken af en varen weer weg. Die duwbakken kunnen ze lossen en laden als wij er niet zijn. Heb je één groot schip dan moet je wachten. Wij zijn dus veel flexibeler.’ Bovendien kan een koppelverband met veel minder diepgang dezelfde lading meenemen als een gewoon containerbinnenvaartschip. ‘En dat is natuurlijk in een tijd van steeds drogere zomers aantrekkelijk. Laag water op de grote vaarwegen komt vaker voor.’
Een koppelverband is ook veel duurzamer, zegt Marco. ‘We hebben het vermogen van zes vrachtwagenmotoren, maar nemen voor 350 vrachtwagens aan lading mee. Hoe duurzaam wil je het hebben?’
Plezierjachten
Het gaat goed met Marco's bedrijf, de Bosman Shipping Group, met een vloot van vijf grote containerschepen, drie koppelverbanden met zestien duwbakken en tien tankschepen in de vaart. Maar dat weerhoudt Marco er niet van om er – naast diverse bestuursfuncties voor binnenvaartbelangenbehartiger Koninklijke BLN Schuttevaer – ook nog andere ondernemingen Onder de naam M. van Oeveren BV organiseert hij transporten voor de bouw van kademuren in onder andere de Rotterdamse haven. En vorige winter is hij een nieuw bedrijf gestart: Lift a boat. ‘Het idee is om plezierjachten op een frame te hijsen. Daarna kunnen ze als lading mee op een binnenvaartschip, bijvoorbeeld naar Zuid Duitsland. De eigenaar kan dan tijdens zijn vakantie een heel ander vaargebied ervaren en in zijn eigen tempo terugvaren.’ Of ‘Lift a boat’ een succes wordt, moet nog blijken. Marco had de laatste tijd wel wat anders aan zijn hoofd. Hij is pas vader geworden van Maik en is tegenwoordig meer dan ooit thuis te vinden in Middelharnis.
Zo werkt een koppelverband
Marco’s schip de Anroma is ‘maar’ 110 meter lang. Maar zodra hij is voorzien van drie bakken is het gevaarte 190 meter lang en bijna 23 meter breed. Dit koppelverband kan zo ongeveer 750 TEU (een standaardmaat voor twintigvoet containers) vervoeren. Ter vergelijk: het allergrootste containerbinnenvaartschip komt niet verder dan 450 TEU.
‘Het voorsteven is aangepast om te varen met duwbakken’, legt Marco uit. ‘We hebben een normale binnenvaartboeg, maar bovenaan het dek is hij vierkant.’ Als de bakken zijn gekoppeld, is het net één groot schip. ‘Op die manier heb je zo min mogelijk waterweerstand en vaar je efficiënter.’ Eén duwbak zit er altijd bij. Daar staat Marco’s woning plus radar op. ‘Dat is eigenlijk een tweede schip dat in de haven kan manoeuvreren. En als het werk het toelaat, heb ik er nog één of twee bakken bij aan stuurboord. Die maken we zó vast dat het één geheel wordt.’