Mens & haven

Fretjes helpen havenkonijnen

27 maart 2023
Dit artikel is verschenen in de Havenkrant
Hoe kunnen wij je helpen?

Sinds de Middeleeuwen worden fretten gebruikt voor de konijnenjacht. Michael Moerman uit Rozenburg zet zijn fretten juist in om konijnen te beschermen. Hij verhuisde onlangs konijnen van de Rotterdamse haven naar Vlieland.

3 generaties Michael, zijn zoon en zijn vader
3 generaties Michael (midden), zijn zoon en zijn vader

Voordat Michael kon lopen, aaide hij al fretten. Zijn vader Paul – kind van het Westland – hield de kleine roofdiertjes met onschuldige koppies maar o zo scherpe tandjes om te ‘fretteren’, oftewel: op konijnen jagen. Dat werkt zo: het diertje wordt in de konijnenburcht losgelaten, veroorzaakt een boel stampij, de konijnen schieten naar buiten en zijn een makkelijke prooi voor de jagers. ‘Fretten zijn gedomesticeerde bunzingen - de natuurlijke vijand van de konijnen - en dus huisdieren. Daardoor zijn het slechte jagers en daar maken wij gebruik van. De konijnen vluchten voor de fret en rennen dan hun hol uit’, legt Michael uit.  

Zandhagedissen 

Jarenlang gebruikte vader Moerman zijn fretten om namens NS Railinfrabeheer de konijnenstand op de spoordijk tussen Hoek van Holland en Rotterdam beheersbaar te houden. Michael leerde de stiel van zijn vader en hielp hem enthousiast met het uitvoeren van zijn hobby. Het werk aan het spoor verviel en Michael – van beroep beleidsmedewerker Natuur bij Stichting Zuid-Hollands Landschap – kwam in aanraking met ecoloog en zoogdierenexpert Jasja Dekker. Sindsdien zet Michael zijn fretten in om konijnen te beschermen. De twee verrichtten namens OBN Natuurkennis – een kennisinstituut van samenwerkende natuurorganisaties – een onderzoek naar de gezondheid van konijnen in de Nederlandse duingebieden. ‘Het gaat slecht met konijnen in de duinen. En daardoor wordt bijzondere duinnatuur steeds zeldzamer. Door te grazen en te graven, zorgen konijnen ervoor dat bijzondere planten kunnen groeien. In de hoopjes zand die ze maken, liggen zandhagedissen te zonnen en in verlaten konijnenholen kunnen tapuiten broeden. Kortom, het konijn is hartstikke belangrijk voor planten en dieren in het duin.’ ​​​

Michael kijkt met plezier terug op het onderzoek. ‘We zijn overal geweest, behalve in Zeeland. In al die gebieden hebben we konijnen levend gevangen, een bloedmonster afgenomen voor het DNA, resistentieonderzoek gedaan en daarna het dier direct weer losgelaten. Konijnen vangen in gebieden waar het zo ontzettend slecht gaat met die dieren, is een moeilijke klus. De fretten hielpen hem daarbij.

<strong><strong>Michael Moerman</strong></strong>

De beesten hebben tegenwoordig zendertjes om, zodat de fretteur exact kan zien waar de beesten zich ophouden. Dat is handig, want hoewel het fretteren een heel diervriendelijke methode is, zo’n fret is ook maar een beest. Het wil zich nog wel eens vergrijpen aan een konijn. Is dat het geval, dan graaft Michael het beest zo snel mogelijk uit op de door de zender aangegeven plek des onheils. 

‘Met konijnen in de duinen gaat het slecht, maar in de haven is juist een overschot’

De uitkomst van hun onderzoek leidde onder meer tot de aanbeveling om konijnen te herintroduceren. En dat bracht Michael in de haven. Terwijl veel delen van Nederland gebukt gaan onder een gebrek aan konijnen door ziektes en de komst van natuurlijke vijanden als de vos en verwilderde katten, kampt de Rotterdamse haven juist met een overschot van deze dieren.

Dat komt onder andere door de 450 hectare kort gemaaide leidingstroken boven de pijpleidingen van de chemiehaven en de verlaten terminals vol olietanks. Daar vertoeven konijnen graag en gedijen ze uitstekend. Dus moeten ze in de haven bejaagd worden, want anders vernielen ze damwanden van olietanks en spoordijken. Het zijn nu eenmaal eersteklas gravers. Bovendien is één konijn goed voor jaarlijks tientallen nakomelingen. Niet voor niets wordt er over een gezin met veel kinderen wel eens gekscherend gezegd: het is bij de konijnen af.  

Groene mannen 

Het Havenbedrijf werkte graag mee aan een verzoek van Michael om in de haven konijnen te mogen vangen. Dat is immers nog altijd beter dan ze te moeten afschieten. ‘Staatsbosbeheer heeft mijn bedrijf Moerman Eco & Agro gevraagd te helpen om levend konijnen uit te zetten op Vlieland, waar nog weinig duinkonijnen over zijn. Dat wilden we graag doen met havenkonijnen, omdat uit het onderzoek bleek dat die behoorlijk resistent zijn tegen konijnenziektes die tegenwoordig in de natuur rondgaan.’ 

Konijnen vangen

Zo kon je deze winter Michael bezig zien op de Kop van de Beer om met fretten konijnen te vangen. Het zag er een beetje onwezenlijk uit. Zes groene mannen tactisch verspreid over een terrein van zo’n 2000 vierkante meter. Op wacht in de nabijheid van konijnenholen die waren gedicht met netten zodat je af en toe – nadat de fret was losgelaten in de konijnenburcht – een konijn als een kanonskogel in zo’n vangnet zag schieten. Michael kreeg daarbij onder andere assistentie van zijn vader Paul en… zoon Raoul. De appel valt niet ver van de boom. 

Konijn

Konijnenweetjes 

  • Konijnenmoeders werpen jaarlijks gemiddeld twintig tot 30 jongen. 
  • Een konijn in het wild wordt gemiddeld één tot twee jaar oud, een tam konijn kan veertien jaar worden. 
  • Ondanks zijn lange tanden behoort het dier niet tot de knaagdieren maar tot de haasachtigen. 
  • Konijnen slapen met hun ogen open. 
  • Konijnen eten vaak hun eigen keutels op. 
  • De Vlaamse reus is het grootste konijnenras. 
  • Konijnenziekte VHS (ook wel RHD genoemd) is één van de belangrijke reden voor de achteruitgang van het konijn.