Mens & haven

Rik voer 35 jaar als loods op de grootste schepen

22 maart 2022
Dit artikel is verschenen in de Havenkrant
Hoe kunnen wij je helpen?

Rik van Marle (64) voer 35 jaar als loods op de grootste schepen in Rotterdam en Sohar (Oman). Nu zit hij op de watertaxi. Zonder ‘bootjes’ kan hij niet.

<strong>Rik van Marle</strong>

Het stond niet bepaald in de sterren geschreven dat Rik van Marle zou gaan varen. ‘Mijn vader was hoofdingenieur bij Verkeer en Waterstaat. Al mijn vier broers gingen naar de universiteit.’ Maar de energieke Rik strandde op vijf vwo. De Politieschool was even in beeld, maar toen bleek de Zeevaartschool in Delfzijl het ideale alternatief. Bij zijn aanstelling als loods had Rik slechts zeven vaarjaren op de teller staan. Hij voer twee jaar als vierde stuurman bij Nedlloyd – de laatste grote Nederlandse containerrederij – en leerde als schipper manoeuvreren in de Rotterdamse haven op een baggerboot van Boskalis. Vervolgens doorliep hij feilloos het ‘loodsenklasje’ en stond als ‘snotneus van 28 jaar’ op de brug. Rik was loodsdienstleider en behoorde tot de 8 van de 220 Rotterdamse loodsen die de eerste 400 meter lange containerschepen van Maersk mochten varen. Toen hij zijn pensioengerechtigde leeftijd van 55 jaar had bereikt, werd hij gevraagd om loods te worden in Oman. Daar beleefde hij misschien wel zijn mooiste jaren. ‘In Sohar deed ik soms tien boten in acht uur. Vijf erin en vijf eruit. Dat vond ik zo gaaf!’ Na 11.700 beloodsingen beëindigde Rik in april 2021 zijn loopbaan met een duik in de Golf van Oman.

Uit de hemel gevallen

‘Loods zijn is een ervaringsberoep. Het begin is het moeilijkst. Je moet leren omgaan met de elementen en de mensen aan boord. Ik heb soms werkelijk met de handen in het haar gestaan. Je bent nieuw in het vak. Je hebt geen overwicht. Dan vraag je aan de kapitein: ‘Zullen we er een sleepboot bijnemen?’ Die kijkt je aan alsof je iets mankeert en zegt: ‘Die boot gaan we gewoon even voor de kant leggen.’ Dat wil zo’n kapitein soms zelf doen. Dat moet je als loods leren accepteren. Je bent raadgever en adviseur maar de kapitein blijft verantwoordelijk. Hij weet ook veel beter hoe de boot manoeuvreert. Ik neem altijd extra veiligheidsmarges als ik niet bekend ben met de boot. Zo’n kapitein heeft dat niet.’ ‘Een boot is een boot. Je weet op een gegeven moment wat je limieten zijn. Wat kan en wat niet kan. Dan heb je overwicht door je kennis en kunde en zeg je: we gaan het zo en zo doen. Dan kijken ze je aan alsof je uit de hemel bent gevallen: die zal het wel weten. Je zegt: we gaan daarheen, ik doe een sleepboot daar en daar en parkeer hem zo voor de kant.’ Dan legt Rik aan de hand van de eerste aankomst van de 362 meter lange en 22,55 meter diep stekende Vale Rio de Janeiro – het grootste ijzerertsschip ter wereld – uit wat het verschil is tussen varen en vrachtwagen rijden. ‘Bij het aanmeren hadden we voor tien meter en achter twintig meter speling. Dat is niet veel voor zo’n schip. Daar moest ik tussen zien te komen. Ik had de magic box, de ‘pilot positioning unit’ bij me. Die bepaalt exacter dan GPS de positie van het schip ten opzichte van de wal. Ik leg de Vale Rio parallel aan de ligplaats en duw hem er gewoon dwarsuit tussen. Je kunt met een boot niet alleen voor- en achteruit, maar ook dwarsuit varen, dus haaks op de normale vaarrichting. Dat kan een vrachtwagen niet.’

Warm bad

Warm bad Rik went nu aan zijn bestaan als pensionado. Dat doet hij in Oostvoorne, het dorp waar hij sinds 1995 woont. Op zeven minuten van de Pistoolhaven in de Europoort waar de Loodsencorporatie kantoor houdt. ‘Ik mis het varen enorm. Je kunt het goed, maar het blijft spannend. De kick dat je zo’n grote boot in je hand hebt. Dat je hem parkeert. En dat het allemaal werkt. Elke reis was anders. Als ik om 6 uur op wacht moest in Sohar en om 7 uur nog niet was gebeld voor een klus, dan baalde ik. ‘Hé, bel me nou’, dacht ik dan. Ik wil gaan varen. Bootje varen is gewoon prachtig.’ Hij vaart nu op de watertaxi. ‘Ik heb altijd gezegd dat ik op de watertaxi wil, als ik gestopt ben met werken. Dat doe ik sinds november.’ Het voelt als een warm bad. ‘Je komt hier allemaal mensen tegen die je kent: roeiers, slepers, mensen van het Havenbedrijf, van de vaart. Ik wilde één dag in de maand, maar doe er nu tien. Ik ben gewoon gek op Rotterdam. Ik wil de passagiers iets moois laten zien. En varen blijft gewoon leuk.’

Meer weten over loodsen?

Of interesse in een baan bij het Loodswezen?