Duurzame haven

Terug van weggeweest, de platte oester

29 november 2021
Dit artikel is verschenen in de Havenkrant
Hoe kunnen wij je helpen?

In het westelijk havengebied is een oesterbank met platte oesters gevonden. Oesterkenner Hein Sas over deze bijzondere vondst en zijn liefde voor zeenatuur. ‘Die gaat bij mij door de maag.’

Hein Sas met de platte oester

Hoe zijn de oesters ontdekt?

‘Ik zit in een appgroep met vrijwilligers van ‘Duik de Noordzee schoon’, een organisatie die met duikers afval uit de Noordzee haalt. Toen kwam daar ineens een foto voorbij van een van die vrijwilligers – een onderhoudsduiker die werkt in de Rotterdamse haven – met de vraag: is dit een platte oester? Iedereen reageerde wat grappend: kun je ze eten? Maar ik zag direct dat het bijzonder was. Jongens, we hebben iets geweldigs in de haven gevonden! Ik zocht meteen contact met het Havenbedrijf.’

Waarom is de vondst bijzonder?

‘De inheemse platte oester is bijna hele­ maal verdwenen uit Nederlandse wateren, grotendeels door overbevissing en milieuvervuiling. We werken al langer aan herstel van de platte oester omdat ze in de open Noordzee riffen kunnen vormen. Dat kunnen Japanse oesters – die hier ook veel voorkomen – niet, daarom zijn platte oesters uniek. Die riffen zijn de hoekste­nen van de oorspronkelijke Noordzee­ natuur. Vergelijk het met bossen die van belang zijn voor de natuur op het land: platte oesterriffen zijn de oerbossen van de Noordzee. Met alle hoekjes en gaatjes die ertussen zitten, bieden ze onderdak aan een rijk en gevarieerd zeeleven. Zoals de bossen dat doen aan allerlei dieren en planten op het land.’

En nu?

‘Samen met het Havenbedrijf Rotterdam en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben we nader onderzoek gedaan. De onderzoekers vonden zowel aan een kademuur als op de havenbodem veel platte en Japanse oesters. We willen nu onderzoeken of er elders in de haven vergelijkbare hoeveel­ heden oesters voorkomen en wat de totale geschatte platte oesterpopulatie is. We weten nog niet hoe de oester in de haven is gekomen trouwens.’

Waarom is het goed nieuws dat ze nu in de haven leven?

‘Deze nieuwe vondst bevestigt dat een haven heel goed samen kan gaan met een rijke biodiversiteit onder water. Het is een compliment voor de waterkwaliteit, anders zouden platte oesters geen kans maken. Potentieel is het ook een fantas­tisch experimenteergebied voor mensen die oesterriffen willen herstellen. We kun­nen in de haven relatief eenvoudiger proe­ven doen dan in de Noordzee. We kunnen bijvoorbeeld redelijk makkelijk zien waar en hoe oesters groeien. Dat is op open zee een stuk lastiger. We zien dat ze echt aan de kade vastzitten. Dat wisten we niet, platte oesters zien we namelijk vaak op een zandbodem. Dat leert ons aan welke materialen ze zich kunnen hechten. We zien ook dat de populatie gezond is, ondanks het feit dat ze geïnfecteerd zijn door een parasiet die vroeger dodelijk was. Kennelijk is de platte oester in onze wateren resistent geworden!’

Hoe behouden we ze?

‘Bij zo’n grote popu­latie als we hebben aangetroffen, is de verwachting dat ze zichzelf gaat uitbrei­den. Daar hoef je niets voor te doen. Wel kunnen we groei van de oesters een handje helpen door materi­aal aan te bieden waar de oester zich aan kan vestigen.’

Kun je ze eigenlijk eten?

‘Nee, dat moet je echt niet doen! Je kunt alleen schelpdieren consumeren als de Voedsel­ en Warenautoriteit een steekproef uit de populatie neemt om te kijken of er geen schadelijke algen en dergelijke in zitten. Dat doet men bij de wilde en kweekpopulaties in Zeeland, maar niet hier.’

Waar komt de liefde voor de oester eigenlijk vandaan?

‘De liefde voor de natuur gaat vaak door de maag, ook bij mij. Oesters zijn heer­lijk voedsel, bovendien gezond en ook nog eens duurzaam, omdat ze algen
heel efficiënt in eiwitten omzetten. Maar sowieso heeft de zeenatuur me altijd gefascineerd. Toen ik een jaar of acht was, las ik met grote fascinatie het stripverhaal van Kuifje en de schat van Scharlaken Rackham. Daarin is het onderwaterleven zo prachtig getekend. Sindsdien heeft waternatuur me niet meer losgelaten.’

Platte oester

Helpen met schelpen

Oesterschelpen waar het vlees is uitgeslurpt, krijgen in de haven een zinvol tweede leven. De schelpen worden in de Rotterdamse haven te water gelaten, zodat de larfjes van nieuwe oesters zich aan de schelpen gaan hechten.

De lege schelpen komen van restaurants die meedoen aan het project Helpen met Schelpen van het Wereld Natuur Fonds en ARK Natuurontwikkeling. Aan deze schelpen moeten de larfjes van de platte oester die al in de haven aanwezig zijn, zich gaan hechten. Oesters zijn eerst larfjes die in het water zitten. Die larven zweven door het water tot ze klaar zijn om te gaan hechten. Ze lijken een voorkeur voor oesterschelpen te hebben. Als ze dan aan de oesterschelp zitten, krijg je dus weer nieuwe oesters. De schelpen met daarop baby­ oesters worden uiteindelijk voor de kust van Zuid­Holland en Zeeland opnieuw te water gelaten, zodat het schelpenrif daar kan groeien.